Drie ex-consultants bouwen AI-native ATS: ‘We willen competitive advantage creëren’

Eén jaar geleden stapten drie Belgische consultants uit hun veilige baan om een AI-first recruitmentplatform te bouwen: Spott. Nu, met bijna 3 miljoen euro funding op zak, willen ze de recruitmentindustrie veranderen. Co-founder Lander Degrève schuift aan in de Recruitment Tech-studio om het verhaal van Spott te vertellen. Luister naar de podcast of bekijk het interview op YouTube.

Van consultancy naar startup

Het is een beslissing waar je meerdere nachten over moet slapen: je comfortabele consultingbaan opgeven voor het onzekere bestaan als ondernemer. Toch waagden Lander Degrève en zijn twee medeoprichters Manu Vanderveeren en Samuel Smeys, op 4 augustus 2024 de sprong met Spott, een AI-first recruitmentplatform specifiek voor werving- en selectiebureaus.

De drie oprichters werkten twee tot drie jaar samen in de Brusselse consultingwereld. Vooral Smeys, actief als CTO van de startup, kwam intensief in contact met wervingskantoren in België en daarbuiten. Dat werd dan ook het startpunt, stelt Degrève. “Zo zijn we ook in contact gekomen met de software die in de space veel gebruikt wordt. En daar zijn de ideeën komen gloeien, onder het mom: ik denk dat we hier met AI heel veel kunnen doen.”

Silicon Valley-mindset

Na een reeks discovery calls om het daadwerkelijke dagelijkse werk van recruiters te begrijpen, namen ze de definitieve beslissing: vanuit consulting naar iets volledig anders. Vier maanden na de start kwam de doorbraak: Spott werd toegelaten tot het prestigieuze Y Combinator-programma in San Francisco. De impact van drie maanden Silicon Valley ging verder dan alleen netwerken en investeerdersgeld, zegt Degrève.

“En de passie waarmee in Silicon Valley over technologie gepraat wordt is ongekend.”

“Je komt in San Francisco en elk billboard hangt vol met B2B-technologie, software-advertenties”, vertelt Degrève. “Iets dat wij in België of zelfs in Europa eigenlijk totaal niet kennen. En de passie waarmee over technologie gepraat wordt is ongekend. Mensen die al aan het nadenken zijn over hoe we hier jobs automatiseren in drie, vijf, tien jaar. Op een niveau waar ik zelfs al moeite heb om het te kunnen geloven, maar daar nemen ze dat heel serieus.”

Die Silicon Valley-mentaliteit — het durven dromen van disruptieve verandering — namen ze mee terug naar de Benelux. “Als wij een topproduct willen bouwen, dan moeten we er echt volledig voor gaan en een grote ambitie, een grote visie kunnen neerzetten.”

AI in het DNA

Waar bestaande recruitmentplatformen vaak tien, vijftien of zelfs twintig jaar oud zijn — en AI er achteraf in proberen te proppen — koos Spott voor een radicaal andere aanpak. Spott bouwt alles geïntegreerd, from scratch, met AI in het DNA. 

“We gaan nu met een nieuw systeem komen waarbij we aan AI denken vanaf het begin”, aldus Degrève. “Zo willen we veel efficiëntiewinst boeken en het softwaresysteem waarmee recruiters werken omzetten in een concurrentievoordeel. Zo willen we ons positioneren in de markt tegenover de bestaande ATS’en.”

Het doel is helder: “Wat wij vooral willen, is dat er zo weinig mogelijk tijd op Spott gespendeerd wordt. Recruiters moeten kunnen focussen op waar ze goed in zijn: mensen spreken, niet op administratie.”

Kandidaat in één uur

Wanneer een klant met een nieuwe vacature komt, leest het systeem de jobomschrijving uit en koppelt deze automatisch aan de juiste klant. Vervolgens doorzoekt de AI een database van honderdduizenden kandidaten. “We kijken in een database van 100.000, 200.000 kandidaten: wie is hier nu geschikt voor deze positie? Hier zijn op basis van locatie, taal, hard requirements de beste 50, 100 kandidaten die we aanraden. Vervolgens gaan we die een mailtje sturen of een WhatsApp of een LinkedIn, afhankelijk van wat het meest geschikte kanaal is om die snel te bereiken.”

Het verschil: wat normaal drie tot vier dagen handmatig werk kost, gebeurt nu in een uur. De recruiter blijft wel de baas. “We willen wel zoveel mogelijk de finale beslissing in handen laten van de recruiter. We doen een voorstel van alle kandidaten, we denken dat de juiste zijn, wat we zouden kunnen sturen. Maar de laatste klik moet gedaan worden door de recruiter zodat het systeem niet al op zichzelf begint te leveren.”

Speelveld nivelleren

De ambitie reikt verder dan efficiënter werken. Spott wil ook het speelveld tussen grote en kleine bureaus eerlijker maken. Grote kantoren hebben nu een voordeel door toegang tot dure technologie en data. “Een LinkedIn-recruiter gaat al snel voor 10.000 euro per persoon per jaar. Daarbij komen contactinformatie, data. Dat stapelt eigenlijk snel op.”

“Een LinkedIn-recruiter gaat al snel voor 10.000 euro per persoon per jaar. Daarbij komen contactinformatie, data. Dat stapelt eigenlijk snel op.”

Door met AI veel van die kosten omlaag te brengen, kunnen ook kleinere bureaus van vijf tot twintig medewerkers toegang krijgen tot geavanceerde tools. “Agencies die zich specialiseren op een bepaalde regio of een bepaalde sector kunnen sneller bewegen. Daardoor kunnen ze een heel felle vorm van competitie vormen voor de grotere kantoren, die zich traditioneel op schaalbaarheid richten, in plaats van een gerichte focus.”

Klanten over de hele wereld

Hoewel de grootste investeerder Amerikaans is, koos het team bewust voor Leuven als thuisbasis. De bijna 3 miljoen euro gaat vrijwel volledig naar productontwikkeling, stelt Degrève. In oktober groeit het team naar tien engineers. “We focussen heel hard op ons product. Dat is ook waar we voor willen staan: dat we het beste product op de markt neerzetten.”

Voor eind 2026 heeft Spott een duidelijk doel: een systeem dat bijna volledig autonoom de administratie draait.

De focus ligt op de Benelux, maar klanten komen van overal — van Zuid-Afrika tot de Verenigde Staten en Saudi-Arabië. Voor eind 2026 heeft Spott een duidelijk doel: een systeem dat bijna volledig autonoom de administratie draait. “Van het moment dat een kandidaat of vacature binnenkomt tot het afsluiten van het proces volledig door ons ondersteund wordt. Daar hebben we nog wel een beetje werk om te gaan. Ik denk dat dat voor 2026 zeker haalbaar is.”